Ik ben van na de oorlog en dat wil ik blijven
Verschenen op Thuis in Brabant op dinsdag 11 juni 2013
Deze poster heeft jaren op m’n studentenkamer gehangen. Een speelse, maar daardoor niet minder oprechte aanklacht tegen alles wat met oorlog en bewapening te maken heeft. Geboren in 1967, behoor ik tot de generatie die de oorlog weliswaar niet zelf heeft meegemaakt, maar wel van jongs af aan overladen is met verhalen erover. Hoewel, overladen? Als je bedenkt dat heel Nederland in bezet gebied leefde en iedereen dus wel een verhaal had, is onze oorlogsbibliotheek juist verbazingwekkend klein te noemen. Waarom eigenlijk? Waarschijnlijk omdat veel Nederlanders na de bevrijding hun soms gruwelijke oorlogservaringen zo snel mogelijk probeerden te vergeten. Want ze moesten tenslotte dóór en ze hadden al hun energie nodig voor de wederopbouw van ons land.
Maar mensen worden ouder en sommige verschrikkingen blijken niet zomaar in de vergetelheid te verdwijnen. Ze woekeren voort in de krochten van het geheugen en vreten zich vroeg of laat een weg naar buiten. Het “Ach, daar praatte je niet over” verandert bij sommigen in de wil om – soms in de avond van hun leven - alsnog hun herinneringen op papier te zetten. Om het kwijt te zijn, om het juist niet verloren te laten gaan of om het met lotgenoten te kunnen delen.
Ook in Brabant worden nog regelmatig oorlogsverhalen gepubliceerd, vooral rond de jaarlijkse dodenherdenking. Zo werd in 2013 De Hel van Watenstedt gepresenteerd: het persoonlijke relaas van de 93-jarige Arie Crommentuijn uit Helenaveen, die vlak voor de presentatie van zijn boek overleed. Ik was blij met zijn verhaal, want het is voor een deel ook het verhaal van mijn opa Piet Verstappen, die zijn belevenissen nooit verteld heeft en in de jaren ’90 overleed. Mijn opa behoorde net als Arie tot de 143 mannen die op 8 oktober 1944 door de Duitsers in Helenaveen werden opgepakt tijdens een kerkrazzia. Deze razzia trof naast een groot deel van Midden- en Noord-Limburg ook dat ene kleine Brabantse dorpje, simpelweg omdat het aan de verkeerde kant van de Peel - en dus van de vuurlinie – lag; het naburige Zeilberg was eind september al bevrijd. Na ruim een half jaar dwangarbeid in Duitsland kon opa net als Arie gelukkig weer terugkeren naar Helenaveen en beiden stopten hun herinneringen weg. Heel ver weg.
Maar niet iedereen verjaagt zijn spoken op dezelfde manier. Neem nou Bert Poels, een van de vijf zonen van Jacob Poels uit buurtschap De Zwarte Plak in de Limburgse Peel. Zijn ouderlijk huis was de thuisbasis van verzetsgroep De Zwarte Plak, waarin ook Bert ongetwijfeld een rol vervulde. In tegenstelling tot zijn broers Toon en Gerard had hij de mazzel dat hij nooit werd opgepakt en de gruwelen van een kamp moest meemaken.
Bert voelde na de oorlog juist wel de drang om telkens weer zijn verhaal te vertellen. Door heel Zuid-Nederland hield hij lezingen en hij groeide uit tot een ware verzetsheld. Zijn verhalen inspireerden streekgenoot Toon Kortooms eind jaren ’40 tot het schrijven van De Zwarte Plak. Een roman, gebaseerd op ware gebeurtenissen. “Opdat zij, die de toekomst in handen hebben, er lering uit mogen trekken. En opdat wij, ouderen, niet vergeten”, zo schrijft Kortooms in zijn voorwoord.
Het boek leidde tot een nieuwe strijd, ware het niet dat er dit keer met de pen gevochten werd. Bert Poels vond het boek van Kortooms niet volledig en bracht zijn memoires uit, met de ietwat bombastische ondertitel: Het aangrijpende feitenverhaal over het verzetswerk op de Zwarte Plak verteld aan Jan Derix. Dit boek werkte weer als een rode lap op een stier bij voormalig buurjongen en medeverzetsstrijder Mathieu Smedts, die Berts rol in het verzet schromelijk overdreven vond en op zijn beurt weer een pennenvrucht lanceerde: Waarheid en leugen in het verzet. Hij schrijft onder andere: “Het succes bewijst hoe weinig men nog altijd weet van de oorlog, zelfs in eigen streek. Daarvan heeft Poels in hoge mate misbruik gemaakt”. Tja, wat is leugen en wat is waarheid in oorlogstijd? En hoe gekleurd zijn de herinneringen van een verzetsstrijder?
Toch heeft de naoorlogse generatie ook hieruit lering weten te trekken. De oorlogservaringen van de familie Poels inspireerden Jacobs kleinzoon Jack (1957) tot het maken van een van de mooiste anti-oorlogsliedjes allertijden: De Zwarte Plak. Opdat wij – ouderen én jongeren - niet vergeten!
© 2022 Dwalen door Brabant | Miranda van de Mortel - educatie & erfgoed