Lieve Kitty

Verschenen op Thuis in Brabant op dinsdag 13 augustus 2013

Lieve Kitty,

Het is alweer veel te lang geleden dat ik je ter hand nam. Ons succes heeft me doen verstillen. Weet je nog dat ik schreef dat het mijn liefste wens was later een beroemd schrijfster te worden? En dat ik ooit een roman wilde schrijven over het achterhuis? Die roman is er helaas nooit gekomen. Maar jij, lieve Kitty, was krachtig genoeg om ons beiden het eeuwige leven te geven. En ons achterhuis, onze onderduik achter de boekenkast… het is een museum geworden en elk jaar komen er bijna een miljoen mensen op bezoek, uit de hele wereld. Een miljoen! Ze staan in de rij om het gebouw uit mijn verhalen te zien. Ongelooflijk hè?

Eerst dacht ik dat het normaal was. Dat alle gebouwen met een verhaal zo goed bewaard en bezocht werden. Maar dat blijkt helemaal niet zo te zijn. Ik heb zelfs gehoord van een gebouw waar veel bekende mensen hebben geleefd en dat nu gewoon staat te verpauperen. En dat de vroegere eetzaal is gedegradeerd tot een ruimte om de was te sorteren. Kun je je dat voorstellen Kitty? Ze noemen het Haarendael en het is een immens gebouw, veel groter dan ons achterhuis! Maar in grote gebouwen huizen veel verhalen, zeker in dit gebouw. Zouden mensen ze niet kennen? Of ze liever willen vergeten, omdat ze dan niet zo’n moeite hoeven te doen om het gebouw te behouden?

Kitty, je weet hoeveel ik van verhalen hou. Dus ik dacht: als ik nu eens een paar van die verhalen opschrijf? Misschien dat iemand ze dan leest en niet alleen maar praat, plannen schrijft en ruzie maakt… maar in actie komt, net als bij het achterhuis. Liefst natuurlijk iemand met veel geld, maar veel mensen met een beetje geld en veel goede wil kan natuurlijk ook!

Zal ik maar beginnen met het succesverhaal van Peerke, die hier gewoond en gestudeerd heeft? Peerke was zoon van een hele arme wever. Hij wilde graag priester worden, maar in zijn tijd konden alleen de rijkere mensen gaan studeren. Toch lukte het Peerke om zijn droom te verwezenlijken: In ruil voor het poetsen van de gangen, de slaapzalen en de wc’s mocht hij toch studeren. Hij werd de eerste werkstudent! Op Haarendael, toen een gloednieuwe priesterschool, maakte Peerke zijn studie af en bereidde hij zich voor op zijn belangrijke taak: in Suriname werken bij mensen die lepra hadden, toen een heel besmettelijke ziekte. Dat deed hij bijna 45 jaar, zonder zelf lepra te krijgen. Al een wonder op zich, voor iemand die als kind altijd ziek was. Maar hij zorgde voor nóg een wonder: Hij genas een jongetje van botkanker. De paus vond dat wel heel bijzonder en verklaarde dat Peerke ‘zalig’ was. Nog één wonder en Peerke kan heilig worden, het allerhoogste wat je in de katholieke kerk kunt bereiken! Peerke’s kamer op Haarendael is nog lang kapel geweest. Een kapel voor een arme sloeber die zalig werd. Mooi hè?

Ook andere leerlingen van deze school werden beroemd, zoals bisschop Bekkers en bisschop Muskens. Mannen met het hart op de goede plaats - ook voor niet-katholieken zoals wij – en met ieder hun eigen verhaal. Maar er zijn nog zoveel andere verhalen…Want in de oorlog – ónze oorlog - was dit gebouw een gevangenis. Er zaten gewone gevangenen, maar ook gijzelaars. Dat waren mensen met veel invloed in het Nederland van voor de oorlog. Pleegde het verzet een aanslag en konden de Duitsers geen daders aanwijzen? Dan werden er gewoon een paar gijzelaars als schuldigen aangewezen en vermoord. Hoewel ze er niets mee te maken hadden!

Als je die dreiging vergat, hadden de gijzelaars het best goed. Ze hadden meer vrijheid dan de andere gevangenen en vermaakten elkaar met cursussen, sportwedstrijden, optredens en een eigen kampkrant: Adam in ballingschap. Ze mochten post ontvangen, en soms zelfs bezoek. Over hun leven op Haarendael zijn veel verhalen te vertellen. Over de briefkaart die Jan de Quay - de latere minister-president van Nederland – stuurde aan de driejarige 'jongeheer Frankje' Houben, die vele jaren later Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant zou worden. Over meneer Frits Philips, die hier eerst als gevangene en later als gijzelaar zat. Over de Poort der Zuchten, die ze passeerden als ze hier aankwamen. Over de gevangenen die hun verblijf hier niet overleefden… Maar ik ken je ongeduld, Kitty! Dus ik zal me beperken tot nog één verhaal.

Herinner je je Lou Bandy nog, de zanger van dat vrolijke liedje waar Margot en ik wel eens op dansten? Ook hij was een van de gijzelaars, maar allesbehalve vrolijk. Hij kon niet tegen de dreiging waaronder hij moest leven. Hij verzamelde sardineblikjes en knipte deze kapot. Niemand snapte waarom, totdat bleek dat hij de stukken doorgeslikt had. Zesendertig blikscherven zetten zich vast in zijn ingewanden en hij werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Wonder boven wonder overleefde hij deze aanslag op zichzelf, al leken zijn geestelijke vermogens hem wel ontnomen te zijn. Hij kwam in een krankzinnigengesticht terecht. Maar was het wanhoop of een act? Want na een tijdje kwam Lou Bandy vrij en al snel was hij weer helemaal normaal…

Wat denk je Kitty, zal het ons nóg een keer lukken om een gebouw te redden en de verhalen weer tot leven te brengen? Ik hoop het zo!

 

Je Anne

© 2022  Dwalen door Brabant  |  Een initiatief van Miranda van de Mortel  -  educatie & erfgoed